Verslag inzake tijdelijke wet differentiatie coronatoegangsbewijzen

1 december 2021

De vaste Kamercommissie VWS, belast met het voorbereidend onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, brengt verslag uit van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende door de regering worden beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Uitgelicht
O.a.:
De leden van de D66-fractie lezen dat ook cultuur onderdeel is van deze wet. Binnen de cultuursector zijn er veel verschillende settings. Zo is het besmettingsrisico in een museum anders dan onder de bezoekers bij een ongeplaceerd poppodium. Echter, zijn tijdens de huidige 'avondlockdown' ook musea, en ook bioscopen en theaters, verplicht gesloten. De regering lijkt 2G uit te sluiten voor musea of geplaceerde plekken, echter als het alternatief ook voor deze settings '(gedeeltelijke) sluiting' is, is ook dan 2G als alternatief in te zetten? Of zullen niet-hoogrisico settings binnen de cultuursector te allen tijde open blijven met in het uiterste geval 3G? Deze leden vragen in dit licht ook of het beoogde artikel 58raa lid 2 niet te veel beperkingen oplegt omdat dit artikel zegt dat 2G alleen kan worden ingezet als 3G niet mogelijk is.
(…)
De leden van de SP-fractie vragen de regering in welke settings gebruik zal kunnen worden gemaakt van 2G, indien dit wetsvoorstel wordt aangenomen. In het wetsvoorstel zelf wordt gesproken over cultuur, evenementen, horeca of niet-essentiële dienstverlening, waarbij in de memorie van toelichting wordt gesproken over 'hoogrisico-omgevingen' binnen deze sectoren. Welke settings vallen hier precies onder? Kan de regering aangeven welke definitie zij hanteert van 'hoogrisico-omgevingen'? Wordt straks per sector bepaald of er sprake is van een hoogrisico-omgeving, of kan hier binnen sectoren onderscheid in worden gemaakt? Zijn er omgevingen binnen de vier aangewezen sectoren waarin een 2G-ctb helemaal niet zal worden ingezet, omdat daarbij geen hoogrisico-omgevingen voorkomen? Zo ja, welke? Hoe wordt gegarandeerd dat de inzet van 2G niet langer doorloopt dan proportioneel is? Wordt het gebruik van 2G bijvoorbeeld stopgezet als de signaalwaarden niet langer worden gehaald? De leden van de SP-fractie vragen de regering wie beschermd moet worden door de inzet van 2G. Om welke groepen gaat het hier specifiek?
(…)
Waarom heeft de regering gekozen voor een grondslag voor 2G in cultuur, evenementen, horeca en niet-essentiële dienstverlening? Is dat eenzelfde afweging of een verschillende en kan de regering dat nader toelichten? Kan de regering per sector aangeven welke aanwijzingen en onderbouwingen zij heeft voor de mogelijke noodzaak tot invoering van 2G, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie. Op welke momenten ziet de regering de invoering als nuttig, kan de regering dat kwantificeren naar omstandigheden of effect? Kan de regering daarbij ingaan op welke wijze gedurende het doorlopen van het toepassen van 2G nadrukkelijk de proportionaliteit van de maatregel en het principe van subsidiariteit wordt gewogen en op welke wijze is dat nu al gebeurd?
(…)
De regering stelt in het wetsvoorstel dat 2G alleen gebruikt mag worden wanneer 3G niet volstaat. Vervolgens worden twee factoren gemeld die een aanleiding vormen voor de inzet van 2G. De leden van de DENK-fractie vragen of er sprake moet zijn van beide factoren of dat een van de twee factoren voldoende aanleiding is voor de regering over te gaan op 2G. Factor 1 gaat over de ernst van de epidemiologische situatie. Wanneer is er volgens de regering sprake van een dusdanige ernstige situatie dat de inzet van 2G gerechtvaardigd kan worden? Bij hoeveel besmettingen? Hoeveel ziekenhuisopnames? Hoeveel IC-opnames? Factor 2 gaat over de zogenaamde 'hoog-risicobepaling', oftewel de omgeving waarbinnen mensen samenkomen. Wanneer is er sprake van een hoogrisico-omgeving? Hoe wordt dit gedefinieerd? Hoewel de regering aangeeft dat dit wetsvoorstel niet betekent dat 2G in de genoemde sectoren breed zal worden ingevoerd, geeft dit wetsvoorstel de regering de mogelijkheid dit toch te doen. De leden van de DENK-fractie vragen waarom de regering de behoefte heeft dit 'ten overvloede' op te merken? Waarom wordt dit wetsvoorstel gestuurd naar de Kamer als de regering niet eens weet of 2G breed gaat worden toegepast op horeca, evenementen, cultuur en niet-essentiële dienstverlening? Kan de regering in dit verband ook een overzicht geven van wat bedoeld wordt met niet-essentiële dienstverlening? Wie bepaalt of een dienst essentieel is of niet-essentieel? Is dat niet persoonsgebonden en relatief? Immers, wat voor de één essentieel is, hoeft dat niet te zijn voor de ander.
(…)
De leden van de VVD-fractie lezen in de memorie van toelichting dat het voorliggende wetsvoorstel het mogelijk maakt 2G in te zetten voor bepaalde activiteiten en de sector. In de wet worden expliciet cultuur, evenementen, horeca en de niet-essentiële diensteverlening genoemd. Deze leden willen graag weten waarom specifiek voor deze sectoren is gekozen. Zij vinden 'niet -essentiële dienstverlening' wel een heel erg ruime groep. Kan aangegeven worden waarom deze hele sector is meegenomen? Welke onderdelen van de niet-essentiële dienstverlening zijn te vatten onder een 'hoog risico-omgeving', want daar is 2G op gericht? Waarom zouden een kapper of schoonheidsspecialiste hieronder moeten vallen? Waarom is niet gekozen voor een strakkere afbakening van de hoog risico-omgevingen binnen de niet-essentiële dienstverlening?
(…)
Op veel plaatsen zal een 2G-ctb niet snel, of helemaal niet, aan de orde zijn, omdat geen sprake is van een hoogrisico-omgeving. Hierbij kan worden gedacht aan kunst- en cultuurbeoefening, maar ook aan contactberoepen die vallen onder de niet-essentiële dienstverlening en in het algemeen geplaceerde bijeenkomsten (met een beperkte omvang), zoals een voorstelling of restaurant, zo schrijft de regering. De leden van de CDA-fractie vragen of zij daarin kunnen lezen dat voor deze onderdelen van de aangewezen sectoren in principe géén 2G-ctb verplicht zal gaan worden? Zo niet, kan de regering dan aangeven voor welke van deze onderdelen van de aangewezen sectoren zij wel al bij voorbaat aan kan geven dat 2G-ctb daar nooit verplicht zal worden?
(…)
Het lid van de Den Haan-fractie leest in de memorie van toelichting dat de regering schrijft dat voor de toepassing van 2G sprake moet zijn van een zodanig risico op transmissie van het coronavirus dat aannemelijk is dat 3G niet volstaat. Het OMT vindt de inzet van het ctb sowieso geen maatregel om virusverspreiding te voorkomen en een epidemie te bestrijden. Waarom wordt dan pas overgegaan op de invoering van 2G, wanneer sprake is van niveau 'ernstig' of 'zorgelijk'? Helpt het dan voldoende de besmettingen omlaag te krijgen? Het lid wil ook graag weten waarom kunst- en cultuurbeoefening en niet-essentiële contactberoepen niet snel of helemaal niet worden gezien als hoogrisico-omgeving.
(…)
Onderdeel B
De leden van de D66-fractie bemerken dat in de wettekst 3G de uitgangspositie is, maar dat 2G als uitzondering op 3G kan worden toegepast in alleen cultuur, evenementen, horeca of niet-essentiële dienstverlening (de invoeging van artikel 58raa). In wetsartikel 58raa, derde lid, vinden deze leden de keuzemogelijkheid voor ondernemers te kiezen voor een andere modaliteit dan 2G. Maar als 3G de uitgangspositie is (artikel 58ra) en artikel 58raa een uitzondering daarop is, waarom verwijst artikel 58raa, derde lid, dan niet terug op de bestaande situatie van artikel 58ra? Deze leden vragen dit omdat er uiteraard ook verschillen kunnen zijn binnen een sector, zoals de horeca. Als voor restaurants bijvoorbeeld artikel 58ra geldt, maar voor een café artikel 58raa, eerste lid, dan kan de ondernemer van een kroeg zich ook beroepen op artikel 58raa, tweede lid. Maar zijn de dan geldende maatregelen in artikel 58ra (restaurant) dan hetzelfde als de regels in artikel 58raa, tweede lid (alternatief voor café)? Of zijn er straks drie modaliteiten mogelijk binnen de horeca?