Friesland Pop langs verkeerde meetlat gelegd

9 juli 2020

Stichting Friesland Pop krijgt geen subsidie meer van de provincie, als het aan de adviescommissie ligt. "We zijn langs de verkeerde meetlat gelegd.”

Het team van Friesland Pop was er goed zuur van, toen vorige week het Rapport Musea en Kunstinfrastructuur onder de mensen kwam. Daarin worden de provinciale cultuursubsidies voor de komende vier jaar verdeeld, op grond van de bevindingen van een adviescommissie-van-buiten. 

"We hebben andere signalen van de provincie gekregen”, zegt directeur/projectleider Sjouke Nauta, "dat ze extra wilden inzetten op popcultuur, als een van de speerpunten van het nieuwe beleid. Daar hebben we een ambitieus plan voor geschreven.” De provincie drong er op aan om subsidie aan te vragen naar aanleiding van de nota  Nij poadium . "We waren al in gesprek, of we als ondersteunende organisatie niet beter een ander traject zouden kunnen volgen voor onze subsidie. Net als Keunstwurk.”
Nu lijkt de nadruk toch weer te liggen op ‘artistieke kwaliteit’ en ‘toptalent’. Niet het profiel waar Friesland Pop als ‘breedtesport’- en ondersteunende organisatie in past. "Wij werken juist met mensen in de beginfase.” Nauta’s collega Titus van ’t Veer zegt het zo: ,,We zijn langs de verkeerde meetlat gelegd.”  
Wat zo’n ondersteunende club allemaal doet: dat is ook lastig te vangen in de 10.000 woorden die zo’n aanvraag maximaal mag tellen. "De meeste aanvragers hebben één helder en eenduidig ding, dat je gemakkelijk uit kunt leggen. Wij hebben 24 activiteiten die allemaal een functie vervullen in die hele keten, 120 activiteitendagen per jaar. Dus ja, dan kun je niet het hele verhaal vertellen.”  

Van ’t Veer "Als je je als breedtesportorganisatie opstelt, dan kun je niet excelleren in de kaders die worden gevraagd. Je doelgroep is per activiteit anders.”  

POPnl, het samenwerkingsverband van de provinciale popkoepels, stuurde onmiddellijk een brief aan gedeputeerde Sietske Poepjes, met het dringende verzoek om geen gehoor te geven aan het advies de subsidie te stoppen. Penningmeester Martin Scheijgrond, ook directeur van de Zuid-Hollandse Popunie: "Friesland is echt een provincie waar tegenop gekeken werd, qua cultuur- en popbeleid. Friesland Pop leek zo stevig verankerd. Friesland Pop heeft ook een provincie-overstijgende, sterk verbindende rol, binnen de noordelijke popkoepels nemen zij vaak het voortouw. Ze zijn een cruciale schakel en dat moet juist beloond worden.” 
Nauta noemt maar een paar zeer uiteenlopende voorbeelden. "Los van die ontwikkelketen voor talenten doen we nog heel andere dingen. We voeren een regeling uit voor kleine podia en festivals door de hele provincie, we geven support aan artiesten die buitenlandse tournees willen opzetten, we doen de administratie voor bijvoorbeeld festivals Welcome To The Village en Explore The North. Dat zijn heel verschillende rollen.” 

Van ’t Veer: "Zo’n adviescommissie die van buitenaf wordt ingevlogen en dan ons plan bekijkt, heeft nooit 100 procent door wat er allemaal achter zit.” Die kennis zit daarentegen wel bij de provincie, meent hij. "Eigenlijk zou daar de ruimte moeten zitten om nog te reageren. De provincie zou moeten kijken wat dit advies betekent voor het veld.”  
De adviescommissie suggereert dat Friesland Pop, heel modieus, meer met urban, hiphop en dance moet doen. Nauta reageert als door een wesp gestoken. "In 1991 brachten we in Friesland al een hiphop-urban-single uit, met allemaal donkere artiesten. We waren daarmee een voorloper onder de popkoepels. We hebben een dancefestival opgezet, dance-contests, coaching, van alles. Dan denk ik van: goh.” Van ’t Veer: "Ze hebben kennelijk niet door wat er op dat terrein al gebeurd is.”  

Friesland Pop had fors meer geld gevraagd: 335.000 euro per jaar, tegen voorheen 150.000 euro. Bedoeld om de salarissen mee op te krikken tot cao-niveau, om artiesten te betalen volgens de  fair practice code, om nieuwe activiteiten te ontplooien als een boekingskantoor dat Fries talent de provinciegrens over moet brengen en om meer aan publiciteit te doen. Nauta: "Allemaal omdat de provincie juist meer aan popcultuur wou doen.”  

Van ’t Veer: "Een organisatie als de onze leidt ook mensen op. Hoeveel mensen wij niet binnenboord hebben gehad die daarna de wereld in zijn gegaan, bedrijven hebben opgezet of festivalprogrammeur worden. Die hele functie wordt helemaal niet gewaardeerd of benoemd. Talentontwikkeling is heel breed, heel diffuus. Dat is niet een gemakkelijk te vertellen verhaal.” 

De suggestie van de adviescommissie om meer samen te werken of zelfs te fuseren met productiehuis Popfabryk is nogal ironisch, of pijnlijk, als je de geschiedenis kent. Popfabryk kwam rond 2009 voort uit Friesland Pop, juist op aandringen van de provincie: om de ‘breedtesport’ en de activiteiten voor ‘toptalenten’ te scheiden. Beide clubs werken al harmonieus samen. Ze delen zelfs hetzelfde kantoorpand, pal naast de Academie voor Popcultuur waarmee ook al goede contacten bestaan – nog zo’n aanbeveling van de adviescommissie. 

Nauta: "De gedeputeerde roept: ‘we zetten extra in op popcultuur’. Wat gebeurt er? Alle disciplines gaan erop vooruit, maar de popcultuur in zijn geheel gaat er twee ton op achteruit. Dan heb je wel iets uit te leggen. Je kunt bovendien niet zomaar een schakel uit de talentontwikkel-keten trekken. Als je de brede humuslaag wegschoffelt, waar komen de toptalenten dan vandaan? Die komen niet uit de lucht vallen.” Vandaag volgt er een gesprek met de provincie. ,,Als dit zo doorgaat, is het op 1 januari afgelopen.”