Frictiekosten: wie bepaalt, betaalt?

22 juni 2021

Laten we hopen dat bezuinigingen op gemeentelijke welzijn en cultuursubsidies niet nodig zijn. Het is verstandig om je nu al te verdiepen in de mogelijke gevolgen.

Wat zijn frictiekosten?
Dit zijn de eenmalige kosten die een organisatie moet maken om kostenbesparingen door te voeren. In de praktijk gaat het meestal om de personele kosten veroorzaakt door een reorganisatie of collectief ontslag.

Een subsidiegever kan een langlopende subsidie niet zomaar wijzigen of stoppen. De subsidiegever moet een redelijke termijn in acht nemen volgens artikel 4:51 Awb. Dit is de volledige rechtsbescherming van de subsidieontvanger in een notendop. De subsidieontvanger heeft in de regel dus geen aanspraak op vergoeding van frictiekosten. Dit ligt echter anders als de subsidiegever invloed heeft gehad op de aanstelling van personeel en daarmee medeverantwoordelijk is voor de wachtgeldverplichtingen.

Artamuse
De recente zaak van muziek- en dansschool Artamuse illustreert het probleem. In 2004 neemt Artamuse personeel over van de voormalig gemeentelijke muziekschool. Volgens haar statuten is zij gehouden de gemeentelijke arbeidsvoorwaarden en de CAR UWO te volgen. Tot 2012 benoemt de gemeente bovendien het bestuur van Artamuse. Vervolgens besluit de gemeente de subsidie aan Artamuse af te bouwen en per 2022 te beëindigen. Artamuse moet dus reorganiseren, maar kan de wachtgeldverplichtingen veroorzaakt door zo’n reorganisatie niet betalen. De gemeente ontkent de aansprakelijkheid voor deze frictiekosten.

De curator van het failliete Artamuse vraagt de rechtbank of de gemeente rechtmatig heeft gehandeld. De rechtbank oordeelt: de gemeente had weliswaar invloed op de aanstelling van het personeel, maar deze invloed was al lang geleden beëindigd. Het Sociaal Plan bepaalde immers dat Artamuse vanaf 2009 zelf de verantwoordelijkheid zou dragen voor personele frictiekosten. Dat Artamuse niet de financiële middelen had om reserves op te bouwen, maakt geen verschil.

Deze uitspraak bevestigt de strenge lijn over de frictiekosten: wie bepaalt, betaalt. En voegt daaraan toe: totdat die invloed eindigt. Het blijft een onmogelijke situatie. Maak daarom bindende harde afspraken met de subsidiegever over de vergoeding van dit soort kosten. Subsidiegevers zijn namelijk vaak bereid deze kosten te vergoeden, maar dan vanuit de gedachte van goed bestuur (zonder aansprakelijkheid te erkennen).