Europese Commissie verlengt staatssteunregels, inclusief vrijstelling voor cultuur

10 juli 2020

Om de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus te verzachten, verlengt de Europese Commissie een aantal staatssteunregels die eind 2020 aflopen. De regels maken deel uit van het in 2012 goedgekeurde initiatief "Modernisering van staatssteun".

De Europese Commissie heeft besloten de geldigheidsduur met drie jaar te verlengen tot en met 31 december 2023. Gedurende deze periode is het de bedoeling de regels te evalueren en een geschiktheidscontrole uit te voeren.

De uitbreiding omvat twee elementen die voor onze sector interessant zijn:

  • Ten eerste omvat de verlenging van de geldigheid de horizontale vrijstelling voor culturele organisaties in de "Algemene groepsvrijstellingsverordening (GBER). Het stelt de EU-lidstaten in staat steun toe te kennen aan de culturele sector zonder deze aan de Commissie te melden.
  • Tegelijkertijd heeft de Commissie voorgesteld de de-minimisregels voor diensten van algemeen economisch belang (DAEB) met drie jaar te verlengen, aangezien deze ook eind 2020 zouden vervallen. De de-minimisregels zijn van toepassing als een onderneming van algemeen belang minder dan € 500.000 ontvangt in de periode van drie jaar. Deze steun is vrijgesteld om bij de Commissie te worden aangemeld.

Culturele diensten vallen onder de definitie van DAEB.

Een nieuw onderdeel van de DAEB-verordening is de mogelijkheid om ondernemingen die door de uitbraak van het coronavirus in moeilijkheden zijn geraakt, voor een beperkte periode in aanmerking te laten blijven komen voor dit soort steun.

Richtsnoeren inzake regionale staatssteun

  • Het kader voor richtsnoeren inzake regionale staatssteun voor 2014-2020 wordt verlengd tot eind 2021. De richtsnoeren worden ook tijdelijk aangepast om ervoor te zorgen dat ondernemingen die op 31 december 2019 niet in moeilijkheden verkeerden maar na 31 december 2019 ondernemingen in moeilijkheden kwamen, komen nog tot 30 juni 2021 in aanmerking voor staatssteun in het kader van die richtsnoeren.

 Samenvattend:

  • De Commissie heeft haar beginselen van staatssteunregels bevestigd en blijft de lidstaten toestaan ??kunstorganisaties en culturele diensten te financieren.
  • De Commissie heeft ook een specifieke dimensie opgenomen voor degenen die dit jaar in moeilijkheden zijn gekomen als gevolg van de uitbraak van Corona.

Achtergrondinformatie over de vrijstelling voor culturele organisaties

Sinds mei 2012 heeft de Commissie een ingrijpende hervorming van de EU-staatssteunregels doorgevoerd, de modernisering van de staatssteun.
 
Als onderdeel van dat pakket werd de algemene groepsvrijstellingsverordening (GBER) aangenomen.  Zie ook hier.
Sinds juli 2014 kunnen culturele organisaties profiteren van een "horizontale" vrijstelling van de staatssteunregels, aangezien de EU-lidstaten steun kunnen toekennen aan de culturele sector zonder deze aan de Commissie te melden.

De meeste steunregelingen in de culturele sector vallen onder deze vrijstelling. Voor organisaties die een hoger steunbedrag ontvangen dan in GBER is voorzien, moeten de lidstaten de Europese Commissie op de hoogte stellen voordat de steun wordt toegewezen. De Commissie kan vervolgens beoordelen of de steun in overeenstemming is met de gemeenschappelijke EU-regels en dus kan worden toegestaan. Het feit dat een staatssteunmaatregel niet onder de GBER valt, betekent niet dat deze onverenigbaar is met de EU-staatssteunregels. Benadrukt moet worden dat de Commissie de afgelopen 25 jaar alle steunregelingen op cultureel gebied heeft goedgekeurd.

In 2017 heeft de Europese Commissie in het kader van de herziening van de algemene groepsvrijstellingsverordening (GBER) de vrijstelling voor culturele organisaties gewijzigd door de drempels te verhogen voor steun die niet bij de Commissie hoeft te worden aangemeld (artikel 4, GBER).
Organisaties kunnen dus de volgende bedragen ontvangen zonder voorafgaande kennisgeving / controle van de Commissie:

  • Investeringssteun (zoals renovatie van gebouwen): 150 miljoen EUR per project (voorheen: 100 miljoen EUR)
     
  • Exploitatiesteun (alle dagelijkse uitgaven voor organisaties): 75 miljoen EUR per jaar (voorheen: 50 miljoen EUR)