Cultuursector moet innoveren, anders boot gemist

23 juni 2022

De Nederlandse cultuursector moet werk maken van hun digitale transformatie. Als dat de komende jaren niet lukt, dreigt de sector de boot te missen en geen nieuw publiek meer te trekken. Staatssecretaris Gunay Uslu van Cultuur en Media maakt miljoenen euro's vrij om de digitale transformatie van de sector op gang te helpen.

Maar ook de cultuurmakers zelf zijn aan zet, vindt algemeen directeur Maaike Verberk van DEN, kennisinstituut voor digitale transformatie binnen de cultuursector. 'De digitale transformatie maakt de sector sterker.'

De impact van de coronacrisis op de culturele en creatieve sector was enorm. Theaters gingen dicht, tentoonstellingen werden geschrapt en concertzalen bleven leeg. Tegelijkertijd ontpopte zich tijdens de lockdowns een breed scala aan culturele initiatieven op digitaal gebied. Live streams van bands, danscollectieven en andere podiumkunstenaars trokken duizenden online kijkers en zorgden voor een aanwas van nieuw publiek, soms tot ver buiten onze landsgrenzen.

 

Maar zo snel als de digitalisering van de cultuursector tijdens de lockdowns op gang kwam, zo snel verdween het ook weer van het toneel nadat de coronamaatregelen werden geschrapt en het publiek weer welkom was. Zonde, vindt Verberk, die stelt dat digitale innovatie de sector veel kansen kan bieden.

Succesvolle online experimenten

'Je zag tijdens de lockdown dat de cultuursector zich enorm snel omschakelde naar digitale initiatieven. Daar zaten hele mooie producties tussen. Zo kozen het Nederlands Dans Theater en internationaal Theater Amsterdam om hun online voorstellingen niet met twee camera's te filmen, maar om er een hele professionele productie van te maken. En met enorm succes; er werden vijf- tot zesduizend kaartjes verkocht.'

Dat de digitale experimenten na de lockdowns verdwenen als sneeuw voor de zon vindt Verberk begrijpelijk. 'Cultuurmakers waren ontzettend toe aan het ontvangen van publiek en voorstellingen spelen. Maar ik vind dat we wel goed moeten kijken hoe digitale innovaties waarde voor de sector kunnen toevoegen.'

Miljoenen voor digitalisering
Staatssecretaris Uslu van Cultuur is het met haar eens en maakt bijna dertien miljoen euro vrij voor de digitalisering van de cultuurbranche. Dat geld is zeker niet alleen bedoeld om meer online producties te maken, stelt Verberk.

'De digitale transformatie maakt de sector sterker en flexibeler, maar vraagt wel een andere werkwijze en nieuwe vaardigheden', stelt Verberk. 'Culturele instellingen werken nu vaak projectmatig en zelfstandig of in kleine samenwerkingsverbanden aan de digitale transformatie van hun organisatie. Hierdoor wordt het 'digitale wiel' regelmatig opnieuw uitgevonden. Denk hierbij aan het ontwikkelen van een eigen platform, het zelf ontwikkelen van online publieksonderzoek of oplossingen voor onderwerpen als auteursrecht en AVG.'

Nieuwe verdienmodellen
Zo pleit Verberk onder meer voor meer samenwerkingsverbanden tussen de cultuurbranche en andere sectoren, zoals de tech- en gamingindustrie. 'Je kunt meer bereiken door de krachten te bundelen en gezamenlijk op te trekken. Met het extra geld willen we de sector daarin scholen en begeleiden.' Ook gaat een groot deel van het geld, 7,5 miljoen, naar de zogeheten innovatielabs. 'Die geven de sector kans om te experimenteren met nieuwe werkwijzen en verdienmodellen om ook op de lange termijn weerbaarder te worden tegen bijvoorbeeld een nieuwe lockdown.'